Nederland laat wapendoorvoer massaal passeren

Groningen, 17 januari 2011

Ondanks nieuwe wetgeving wordt 98 procent van de wapens die via Nederland worden doorgevoerd niet getoetst aan het eigen wapenexportbeleid, zo blijkt uit een vandaag verschenen onderzoek van de Campagne tegen Wapenhandel.

Partijen Europese wapens en munitie konden daardoor ongehinderd naar bijvoorbeeld Sri Lanka, Honduras, Colombia, Kameroen, Panama en Ecuador verscheept worden.

Waar Nederland als exporteur van vuurwapens en munitie een zeer kleine rol speelt, is het als doorvoerland wèl een grote speler, met Schiphol en de Rotterdamse haven als grote Europese knooppunten. In minder dan een jaar tijd werd in Rotterdam 255 miljoen stuks Russische vuurwapenmunitie voor de particuliere Amerikaanse markt overgeslagen, net als tienduizenden machinegeweren uit verschillende Oost-Europese landen.

Op doorvoer van dual-use goederen vindt helemaal geen systematische controle plaats. Met het oog op proliferatierisico’s zou Nederland ook hiervoor een vergunningplicht moeten instellen.

Sinds augustus 2008 is de Algemene Douanewet van kracht die wapendoorvoer aan een vergunningplicht onderwerpt. Een uitzondering is gemaakt voor wapenvrachten die afkomstig zijn uit of op weg naar bevriende landen (vooral EU en NAVO). Een analyse van de door de overheid gepubliceerde doorvoergegevens laat zien dat deze uitzondering vrijwel alle doorvoer betreft en maar twee procent van de wapenzendingen daadwerkelijk aan een Nederlandse exporttoets worden onderworpen.
Omdat in de praktijk ook bevriende landen nogal eens andere exportnormen hanteren dringt de Campagne tegen Wapenhandel aan op een Nederlandse toetsing van alle wapens die via Nederland vervoerd worden. De ernstige problematiek van de wereldwijde verspreiding van kleine wapens, als ook de risico’s van proliferatie van massavernietigingswapens geven hiertoe alle aanleiding.