Een wapenembargo voor Saoedi-Arabië

Buiten de Orde – januari 2016 – “Olie is onschadelijk, afgezien van het spoor van armoede dat het achterlaat” Ashraf Fayadh, Palestijnse dichter in Saoedische gevangenis, veroordeeld tot 8 jaar en 600 stokslagen

Saoedi-Arabië is de grootste klant van de Europese wapenindustrie. Oliedollars worden omgezet in de meest geavanceerde militaire technologie. Ook wapenaankopen van landen als Egypte en Marokko worden door de Saoedi’s gefinancierd. Zo koopt men bondgenoten.

In 2014, het meest recente jaar waarover cijfers bekend zijn, bedroeg de waarde van afgegeven wapenexportvergunningen in de Europese Unie met bestemming Saoedi-Arabië €3,5 miljard. De grootste aankopen werden gedaan in Frankrijk, maar ook Duitsland en Groot-Brittannië leverden voor forse bedragen. Nederland leverde voor een relatief bescheiden €1,46 miljoen aan wapens en wapenonderdelen.

Hoewel in Saoedi-Arabië de meest barbaarse lijfstraffen worden uitgevoerd en vrouwen nooit de volwassen status bereiken maar levenslang onder voogdij van mannelijke familieleden staan, zijn mensenrechtenschendingen tot nu toe geen reden om deze wapenleveringen te stoppen. De redenering van de regering is: zolang niet met door ons geleverde wapens de mensenrechten worden geschonden is er geen belemmering om te leveren. Ook agressief militair optreden is nooit een belemmering geweest: de inval van Saoedi-Arabië in Bahrein in 2011, om daar met tanks te helpen een volksopstand te onderdrukken, was wellicht niet fraai, maar vond plaats op uitnodiging van de onderdrukkende maar legitieme regering.

Saoedi-Arabië probeert in de regio steeds meer invloed te krijgen, onder leiding van de ambitieuze 29-jarige Saoedische minister van defensie, tevens kroonprins. De rivaliteit tussen het Soennitische Saoedi-Arabië en het Sji’itische Iran is een factor in alle conflicten in het Midden-Oosten. Voor de Saoedi’s speelt angst voor binnenlandse verdeeldheid (het land heeft een aanzienlijke Shi’itische minderheid) en het streven om intern de macht te consolideren een belangrijke rol.

Begin 2015 viel Saoedi-Arabië Jemen binnen, waar Sji’itische groepen de macht dreigden over te nemen van de Soennitische regering. Wederom kwamen de Saoedi’s op uitnodiging, dit keer van de gevluchte Soennitische president van Jemen. Hoewel over de legitimiteit van een gevluchte president getwist kan worden. Saoedi-Arabië vormde een militaire coalitie met onder meer de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte en trok binnen met zwaar militair materieel. De arme bevolking van Jemen kan geen kant uit, het is geheel door Saoedi Arabië ingesloten. Mede daardoor blijft het conflict in het Westen vrij onzichtbaar: anders dan van Syrische vluchtelingen hebben we van Jemenitische vluchtelingen geen ‘last’.

De oorlog intussen eist een zware tol; alle partijen in het conflict maken zich schuldig aan schendingen van het humanitair oorlogsrecht. Dit geldt met name voor de bombardementen van de Saoedische coalitie, waarbij veel burgerslachtoffers vallen. Ook ziekenhuizen worden niet gespaard. De VN heeft een wapenembargo ingesteld tegen de Sji’ieten, maar niet tegen de Saoedische coalitie. Een blokkade van havens en luchthavens moet het wapenembargo tegen de Sji’ieten handhaven en voorkomen dat Iraanse wapens hen bereiken, hoewel Iran ontkent wapens te leveren en daar ook nauwelijks aanwijzingen voor zijn. Intussen verhindert deze blokkade ook de aanvoer van voedsel en brandstof voor de bevolking, waardoor grote tekorten ontstaan.

Amnesty International UK vroeg de opinie van experts op het gebied van internationaal recht over recent afgegeven vergunningen voor wapentransporten vanuit Groot-Brittannië naar Jemen. De experts oordelen dat de Britse regering vanaf mei 2015 had kunnen en moeten weten dat de door Saudi-Arabië geleide coalitie in de strijd in Jemen internationaal humanitair recht schond. Met het verlenen van vergunningen voor Saoedi-Arabië schond de Britse regering nationaal en Europees recht en handelde zij het in strijd met het VN wapenhandelverdrag (ATT). De Britse Campaign Against Arms Trade is inmiddels met haar juridisch vertegenwoordiger naar de rechter gestapt om de regering te dwingen zijn wapenexportbeleid te wijzigen. In Nederland worden vergelijkbare juridische mogelijkheden onderzocht.

Een onderzoek van Stop Wapenhandel naar door Nederland geleverde wapens en onderdelen voor de Saoedische coalitie, en hun mogelijk gebruik in de oorlog in Jemen, bracht een heel scala aan wapens aan het licht. Onder meer zware howitser-kanonnen die door de Verenigde Arabische Emiraten worden ingezet in Jemen.

Nederland heeft op 7 juli 2015 zijn wapenuitvoerbeleid aangescherpt, naar aanleiding van een verklaring van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN. De Hoge Commissaris maakte melding van schendingen van het humanitair oorlogsrecht door alle strijdende partijen. Sindsdien worden aanvragen van de Saoedische coalitie afgewezen als ze bij bombardementen of schendingen van het oorlogsrecht gebruikt kunnen worden. Voor andere leveringen wordt wel vergunning gegeven. Een levering van communicatieapparatuur voor tanks, gemaakt door wapenbedrijf Thales, is volgens de regering een civiele levering waarvoor geen wapenexportvergunning nodig is. Leveringen aan de marine blijven ook doorgaan, de zeeblokkade dient immers tot handhaving van het wapenembargo waar de regering zeer aan hecht.

Vredes- en mensenrechtengroepen pleiten al maanden voor een volledig wapenembargo, dus ook tegen de Saoedische coalitie. Een stemming hierover in het Europees parlement begin februari werd op het laatste moment uitgesteld, vermoedelijk onder druk van een zware Saoedische lobby. Via een petitie, Tweets en brieven aan Europarlementariërs proberen we Brussel alsnog tot een embargo te bewegen. Intussen heeft een delegatie van Europarlementariërs een bezoek gebracht aan de Saoedische hoofdstad Ryaad. De voorzitter van de delegatie verklaarde zich blij met de open en constructieve dialoog. Het zijn toch zulke fijne jongens, die Saoediërs.

Wendela de Vries

 

 

..