Vredeswake bij militaire beurs ITEC

16-18 mei Rotterdam Zuidplein. Deze manifestatie heeft tot doel om wapenbeurzen (net als ITEC uit Amsterdam en Keulen) te verbannen uit Rotterdam. Het hoogtepunt van de 3-daagse ‘wake’ valt op dinsdag 12:00-14:00 tijdens de 1e lunch van de deelnemers (militairen, industrielen, defensie ambtenaren en academici) met korte speeches, muziek, optredens enz.!

Dagelijks zijn er workshops van 1 uur (11u00-12u00 en 14u00-15u00). Donderdag protesteren we tegen Nederlandse deelname aan het F35/JSF projekt. Reserveer ’n plek in de Theaterstraatbus vanuit Amsterdam (ook voor droge plek/schaduw) via vredeswacht@hetnet.nl of 06 5335 1232. Die bus brengt ons naar Delft waar 30 deelnemers kunnen dineren, evalueren/wandelen door ’t centrum, slapen, douchen, ontbijten en met de bus terug naar Ahoy. Wees welkom vrienden uit te nodigen, spandoeken mee te nemen enz.!

Stop Wapenhandel spreekt op dinsdag om 13.00 uur over de rol van Itec en op donderdag om 12.00 over simulatietechnologie voor de F-35

“Wat doen ze hierbinnen op de ITEC beurs?”- Toespraak Stop Wapenhandel bij protest in Rotterdam

“ITEC is een vakbeurs voor simulatietechnologie, vooral militaire simulatietechnologie. Hier staat de militaire industrie klanten te winnen. Met marketingtechnieken wordt vraag gestimuleerd, producten worden zo mooi mogelijk gepresenteerd, soms worden betalingsconstructies bedacht waardoor ook armere landen militaire producten kunnen aanschaffen (hoewel ze zich dan wel in de schulden moeten steken). De militaire industrie doet er alles aan om zoveel mogelijk te verkopen. Het is business. Maar deze business is een bedreiging voor vrede en veiligheid.

De deelnemers aan ITEC komen uit de defensie-industrie, krijgsmachten en onderzoeks- en wetenschappelijke instituten. De meeste grote wapenfabrikanten zijn op de ITEC beurs aanwezig, alsmede vele kleine bedrijven die ook civiele producten maken maar die in de krijgsmacht een intressante extra klant zien. Nederland heeft honderden kleine bedrijven die leveren aan defensie. Klanten bij ITEC komen uit de hele wereld. Nederland is een grote speler op de wapenexportmarkt: we zijn de 10e van de wereld. Dat komt omdat we veel geavanceerde militaire high-tech maken.

Simulatietechnologie is bedoeld voor opleiding van militairen, om het gebruik van wapens te oefenen. Oorlogen of gevechtsituaties kunnen worden nagebootst. Ook wordt simulatietechnologie gebruikt voor het opsporen van gebreken in wapens en om deze te verbeteren.
Militaire simulatietechnologie is oorlogsvoorbereiding. Het gaat hier niet om computerspelletjes. Voor een deel lijkt de aangeboden technologie daar misschien op, maar games waarmee je het bombarderen van echt bestaande steden kunt nabootsen kom je op de civiele markt niet zomaar tegen.

De vraag of de wereld zonder wapens kan is niet relevant, want dat is voor nu niet realistisch. Waar het om gaat is dat wapens veel te vaak worden ingezet. Veel conflicten kunnen beter op andere manieren worden aangepakt. Maar als je de wapenindustrie vraagt hoe conflicten moeten worden aangepakt, dan zeggen ze natuurlijk: met wapens. Als je militairen vraagt om een conflict aan te pakken, dan doen ze dat met militaire middelen. Dat is logisch, daar zijn ze voor opgeleid. Maar het is zelden een goeie methode. Meer wapens en meer geweld maakt een conflict alleen maar moeilijker te beëindigen. Toch gaat bijna al het geld naar militaire middelen, en niet naar middelen om conflicten te voorkomen, of om conflciten op andere manieren op te lossen. Een recent rapport van de WRR roept op tot een forse verhoging van het defensiebudget. Ontwikkelingsorganisaties reageerden daarop door te zeggen dat er fors meer geld moet naar ontwikkelingshulp: duurzame economische ontwikkeling is zeer relevant voor het voorkomen van conflicten en voor het bevorderen van stabiele staten. Lijkt me nuttiger dan meer wapens.

De EU denkt dat de wapenindustrie goed is voor technische ontwikkeling en werkgelegenheid in Europa en maakt geld vrij om de ontwikkeling van nieuwe militaire technologie. Maar anders dan de EU verondersteld levert militaire technologie weinig ‘spin-off’ op voor de civiele industrie. Het is eerder andersom: militaire technologie haalt zijn kennis uit de civiele sector. Geld dat wordt geinvesteerd in de militaire sector levert ook geen extra banen op, maar trekt werknemers weg uit de civiele sector. Er is namelijk geen tekort aan werkgelegenheid in de high-tech sector. Je kan daarom beter geld meteen in de civiele sector investeren, bijvoorbeeld in de ontwikkeling van nieuwe soorten duurzame energie. In een Brits onderzoek werd berekend dat als dezelfde hoeveelheid geld wordt geinvesteerd in duurzame energie als in militaire technologie dat een vergelijkbare hoeveelheid banen en technische ontwikkeling oplevert. En tegelijk helpt het mee om klimaatverandering te voorkomen; een belangrijke oorzaak van conflicten.

Dan de F-35, waarover hier bij ITEC donderdag een speciale conferentie wordt gehouden. Al voordat de regering had besloten de F-35 aan te schaffen stonden bedrijven hier op een eerdere ITEC beurs al simulatietechnologie voor aan te prijzen. Die F-35 neemt een enorme hap uit het defensiebudget. Er wordt geklaagd dat er te weinig geld is voor defensie, vrijwel elke maand is er wel een militair of militair b.d. die er een stuk over mag schrijven in een landelijk dagblad. Soldaten zouden niet eens genoeg kogels hebben om te oefenen. Maar wat kost een kogel? Tien cent misschien? Weet je wat een F-35 kost? En hoeveel daar aan wordt verdient? Er is voor gekozen het defensiebudget aan de wapenindustrie uit te geven, vooral aan de Amerikaanse wapenindustrie maar Nederlandse bedrijven pikken ook een graantje mee. Dat heeft niets te maken met te weinig defensiebudget, dat is een kwestie van slechte besteding.

Tenslotte: heeft het zin dat we protesteren? We staan hier maar met een kleine groep. Maar als wij hier niet stonden zou niemand weten dat deze wapenbeurs nu gehouden wordt. Doordat wij hier staan is er aandacht voor geweest in kranten en op radio, de Rotterdamse gemeenteraad heeft erover gesproken, en de heren (vooral heren) binnen op de beurs weten ook heel goed dat we hier staan, en voelen zich toch enigszinds ongemakkelijk. Je moet niet verwachten dat we met een kleine groep de hele wereld kunnen veranderen (al zou je dat soms willen). Maar het heeft wel degelijk zin om te protesteren.”

 

..