Wapenproductie, ongeschikte aanjager economie

Solidariteit.nl 6 mei 2017. Wendela de Vries

Tot voor kort sloot de Europese Unie (EU) de wapenindustrie uit van financieringsmogelijkheden. Niet uit vreedzame overwegingen, want de EU beschouwt wapenproductie als onderdeel van militair beleid. En dat is, net als buitenlands beleid, een bevoegdheid van de nationale lidstaten. Maar sinds kort kunnen Europese wapenbedrijven die nieuwe producten ontwikkelen, voor subsidie in Brussel aankloppen.2

Mede dankzij een ferme lobby van de wapenindustrie waait er een andere wind. Hoewel van een gezamenlijk militair of buitenlands beleid nog steeds geen sprake is, bestaat dat al wel bij de wapenindustrie, met meteen een fors budget.

WC-eend adviseert WC-eend

Enkele jaren geleden vormde Eurocommissaris Bienkowska (Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap en MKB) een adviesgroep, grotendeels afkomstig uit wapenindustrie en militair onderzoek. Niet verrassend kwam deze groep met het advies dat er meer geld naar wapenindustrie en militair onderzoek moest.

De waarde van een modern wapensysteem, bijvoorbeeld een geleide raket, zit vooral in specifieke elektronica, software en geavanceerde materialen. Deze exclusieve producten hebben een beperkte afzetmarkt, met voornamelijk nationale overheden als klantenkring. Onderzoeks- en technologiekosten die voor de ontwikkeling van wapensystemen relatief hoog zijn, kan de wapenindustrie dus moeilijk terugverdienen en onmogelijk nog langer alleen dragen. Althans, volgens de wapenindustrie. Ze krijgt bijval van politici en militairen die hopen dat de EU een zelfstandige politieke en militaire macht kan worden.

Politieke steun

De Europese Commissie heeft alvast een pot met onderzoeksgeld ingesteld, het Europees Defensie Fonds. Daarvoor is in 2017 aan het lopende budget 25 miljoen onttrokken, ander gezegd: aan civiele projecten. De bedoeling is dat dit fonds oploopt tot minstens 3,5 miljard euro in de budgetperiode 2021-2027. Bij wie het eigendomsrecht van de met publiek geld bereikte onderzoeksresultaten ligt, is nog niet duidelijk. Vanzelfsprekend volgens de industrie: ‘bij ons’. En het probleem is: het kan nauwelijks ergens anders liggen; onvoorstelbaar is dat de Europese Commissie het patent voor militaire techniek gaat beheren. De EU kan natuurlijk geen wapens bezitten, hoewel sinds kort het grensagentschap Frontex ze wel mag aanschaffen.

Dat de EU militaire productie steunt, is eigenlijk een heel ingrijpende ontwikkeling, maar het vindt vrij ongemerkt plaats. Alleen een paar kleine vredesgroepen, verenigd in het Europees Netwerk tegen Wapenhandel, hangt aan de bel bij het Europees Parlement en journalisten. De fracties van De Groenen en Europees Unitair Links/Noords Groen Links stemmen tegen de plannen, maar bij de sociaaldemocraten weten ze het nog niet zo net. Om twijfelaars over de streep te trekken is, naast het verhaal van een militair sterk Europa, verzonnen dat meer wapenproductie geweldige kansen biedt voor werkgelegenheidsgroei. En bovendien zou de kennisintensieve en innovatieve wapenindustrie veel bijdragen aan de Europese technologische basis.

Onder meer het Europees Defensie Agentschap (EDA), opgericht om de Europese wapenindustrie te ondersteunen, betoogt dit met verve.3 Het deed opdracht tot onderzoek dat investeringen in de wapenindustrie en gezondheidszorg/onderwijs/transport vergeleek. Het resultaat zou verrassend gelijk zijn, maar investeren in wapenonderzoek zou op lange termijn een ‘hoger Bruto Nationaal Product groeicijfer’ geven. De kennisintensieve productie van wapens zou een brede uitstraling hebben naar de rest van de economie.

Onderzoek

Hierop valt nogal wat af te dingen. Een aantal jaren eerder liet het Vlaams parlement een groot onderzoek uitvoeren dat tientallen zeer concrete onderzoeken vergelijkt naar regionale gevolgen van investeren in de wapenindustrie.4 Vastgesteld wordt dat effect op het BNP van investeringen in een specifieke sector eigenlijk niet meetbaar is, omdat heel veel andere factoren van invloed zijn op het BNP. Maar voor zover bij investeringen in wapenproductie al enig effect is vast te stellen, blijkt dat eerder negatief of neutraal dan positief.

Een onderzoek via de Britse Campaign Against Arms Trade vergelijkt investeringen in hernieuwbare energie uit offshore wind en getijdenstroom met die in wapenproductie en kijkt naar kennis- en werkgelegenheidseffecten.5 Hernieuwbare energie is net als wapenproductie een kennisintensieve sector met veel mogelijkheden voor ontwikkeling van nieuwe technologieën. De onderzoekers stellen vast dat de hernieuwbare energiesector ruimschoots de vergelijking als banenmotor met de wapenindustrie kan doorstaan. En bovendien bijdraagt aan het voorkomen van klimaatverandering.

Daarmee snijdt het mes aan twee kanten, want klimaatverandering zal, ook volgens de EU, in toenemende mate een bron van oorlog en conflict zijn. Niet investeren in oorlogsproductie, maar in productie die oorlog voorkomt; zo simpel kan een veiligheidsbeleid zijn.

Kennisontwikkeling

In Nederland zijn geen specifieke cijfers over werkgelegenheid in wapenproductie. Een indicatie biedt de ‘defensie- en veiligheidsgerelateerde industrie’; hierin zijn zo’n 24.800 mensen werkzaam, hoofdzakelijk mannen. Ongeveer een derde van hen werkt in Onderzoek & Technologie.6 Aan deze technisch hooggeschoolde werknemers is ook in andere sectoren grote behoefte. In een recent Nederlands onderzoek, gepubliceerd in de Militaire Spectator, wordt dan ook vastgesteld dat meer investeren in Nederlandse militaire productie niet zorgt voor meer werkgelegenheid, maar slechts voor verschuiving van de werkgelegenheid van de civiele naar de militaire sector.7

Pleitbezorgers van de wapenonderzoekssubsidie benadrukken dat de technische kennis, ontwikkeld in de wapenindustrie, enorm nuttig is voor de civiele industrie en de technische concurrentiepositie van Europa. Een uit de jaren tachtig bekende term ‘spin-off’ duikt op: de vernieuwende militaire industrie zou de civiele industrie een impuls geven. Maar het onderzoek voor het Vlaams Parlement vermeldt dat het vaak eerder andersom is. Door de snelle ontwikkeling van informatietechnologie voor civiele doeleinden is eerder sprake van ‘spin-in’ van technische kennis; vanuit de civiele naar de militaire industrie. Ook een studie in opdracht van het Europees Parlement stelt een toenemende afhankelijkheid van civiele industrie vast. En wat betreft het ‘spill-over’ effect van militair onderzoek naar de civiele sector kan hetzelfde of misschien zelf een meer doelgericht kenniseffect bereikt worden. Namelijk door directe investeringen in civiel onderzoek in plaats van aanpassing van militair onderzoek voor civiele doeleinden.

Conclusie

De EU-investeringen in wapenonderzoek gaan ten koste van onderzoek in andere sectoren, want het begrotingsbudget voor de komende jaren stond al vast. Voor werkgelegenheid en kennisontwikkeling is het niet effectief. Wie is hiermee, behalve de aandeelhouders in de wapenindustrie, gediend? Het antwoord zal luiden dat de Russen alweer bijna in onze keuken staan. Dus moet de EU zijn bewapening op orde brengen. Het idee om spanningen en conflicten ook, of misschien wel juist, op niet-militaire manieren op te lossen, wordt terstond naar het rijk der geitenwollensokken verwezen. Grote Europese wapenproducenten als BAe Systems, Airbus, Finmechannica en Thales hebben hun zaakjes goed voor elkaar.

1. www.stopwapenhandel.org

2. http://europa.eu/rapid/press-release_IP-16-4088_en.htm

3. https://www.eda.europa.eu/docs/default-source/eda-factsheets/2015-01-20-factsheet_economic-case_high

4. http://www.flemishpeaceinstitute.eu/sites/vlaamsvredesinstituut.eu/files/files/reports/vvi_web_rapport_militairerend_en.pdf

5. https://www.caat.org.uk/campaigns/arms-to-renewables/arms-to-renewables-background-briefing.pdf

6. https://www.thehaguesecuritydelta.com/media/com_hsd/report/96/document/Eindrapport-NL-DVI-2016-Triarii.pdf

7. http://www.militairespectator.nl/sites/default/files/teksten/bestanden/Militaire%20Spectator%2012-2016%20De%20Bakker%20en%20Beeres.pdf

 

 

..