Stiekem onderwater

De onderwaterwereld is cruciaal voor de overbrenging van gegevens, het luisteren naar verdachte onderzeeboten, voor het oog onzichtbare verplaatsingen van militaire en materieel e.d. Het is vanuit dit oogpunt opmerkelijk dat het Nederlandse bedrijf Ortega een mini-onderzeeboot exporteerde naar onbekende bestemming zonder vergunning. Controle op militaire producten en goederen voor tweeërlei gebruik is voor de een middel om de mensenrechten te beschermen en speelt ook een rol in de machtspolitiek. Terwijl Duitsland zijn best doet om de angels uit het sanctiebeleid t.o.v. Rusland te halen, wordt dit door het Verenigd Koninkrijk juist verscherpt. Op 14 augustus jl. nog op het gebied van onderwatertechnologie. Het bezit en/of gebruik ervan zou de Russen kunnen helpen om onderzoek te doen naar onderwaterkabels (detectie ervan, connectie met en destructie). Een Russisch deskundige stelt overigens als reactie dat ze altijd kunnen uitwijken naar Azië voor de door het VK geweigerde technologie.

Opvallend, maar mogelijke een toevallige samenloop, is dat in de week dat de Britse overheid het nieuwe beleid aanneemt, de Britse militaire uitgever Jane’s Defence Weekly rapporteert over de overname door het Britse JFD van het failliete Nederlandse bedrijf Ortega. Het Twentse Ortega bouwde mini-onderzeeërs:

Met deze 3- en 4-persoons elektrische duikboten kunnen duikers snel, veilig en stil lange afstanden onder water afleggen. Dit levert veel nieuwe toepassingen op en vergroot de operationele inzetbaarheid in de onderzoek-, offshore- en defensiesectoren. De ontwikkeling, het ontwerp en de assemblage worden uitgevoerd op de technology base op luchthaven Twente, de tests, demonstraties en oefeningen gebeuren meer op specifieke locaties in de buurt van een klant.”

Jane’s noemt de boten uitermate geschikt voor operaties door Special Forces, niet verrassend aangezien de kwalificaties stil, veilig, lange afstanden en Defensie deze militairen passen als een maatpak.

Volgens het Openbare Faillissementsverslag heeft Ortega:

“twee 3-zitsduikboten ontwikkeld en verkocht. De eerste is volledig betaald en volgens opgave van de directie af (sic!) fabriek geleverd. De exportvergunning is echter nog niet afgegeven. Het eigendom van deze boot is opgeëist. Dit wordt verder door de curator onderzocht. De tweede 3-zitsduikboot is nagenoeg gereed maar contractueel nog niet geheel betaald en niet geleverd.”

Is die eerste geleverd zonder Nederlandse exportvergunning (het haperende Nederlands maakt het onduidelijk)? Mocht het zo zijn dan is de vraag of daar iemand voor is veroordeeld. Aan wie is geleverd? Dat staat niet in de openbare stukken, maar moet wel bekend zijn bij de Nederlandse autoriteiten. Heeft het VK dergelijke leveringen willen voorkomen met de nieuwe regelgeving?

In de maandrapportages militaire goederen staan ze niet. In de maandrapportages dual-use exporten komen wel onderwatervaartuigen voor, maar geen mini-onderzeeboten (zie tabel 1). Het gaat hier om op afstand bestuurbare (ROV) vaartuigen, zeg maar onderwaterdrones. Dergelijke vaartuigen worden gebruikt voor opname van schade, onderzoek naar de zeebodem, voor offshore en olie-industrie, maar ook door militairen, vandaar dat ze zijn opgenomen in de dual-use lijst en voldoen aan criteria die corresponderen met een zogenaamd SG-nummer (zie tabel pagina 2), waaruit hun mogelijke inzet voor strategische doelen volgt.

Gaat het in het geval van de export van drones ter waarde van ruim € 38 miljoen misschien niet om ROV’s maar om mini-onderzeeboten? Zijn de tijdelijke vergunningen misbruikt voor het tijdelijk – en tenslotte permanent – leveren van een andere dan vermeldde onderzeeboot? Hoeveel kostte zo’n mini-onderzeeboot eigenlijk?

Ook als het wel om ROV’s ging dan blijft de vraag hoe Nederland heeft gecontroleerd dat Rusland en Taiwan (want ook daarmee zijn onderwaterzaken gedaan) de tijdelijk uitgevoerde onderwaterdrones niet hebben gebruikt voor militaire zaken. Kortom veel vragen over dit onzichtbare deel van de militaire technologie en de (tijdelijke) export ervan.

 

MB 03/09/2019

.